1. Home
  2. Verhalen
  3. Nieuwe mondiale doelstelling kan de pandemie binnen een jaar beëindigen, maar alleen als er dringend actie wordt ondernomen

Nieuwe mondiale doelstelling kan de pandemie binnen een jaar beëindigen, maar alleen als er dringend actie wordt ondernomen

Beleid

De wereldwijde actie om COVID-19 te bestrijden, werkt niet. Dit jaar zijn er tot nu toe – ondanks de ontwikkeling en uitrol van effectieve vaccins – meer dan twee keer zoveel mensen gestorven aan COVID-19 dan in heel 2020.

Een nieuwe doelstelling om tegen september 2022 70% van de wereldbevolking in alle inkomenscategorieën te vaccineren, is nodig om de pandemie onder controle te krijgen. Als het huidige tempo van wereldwijde vaccindistributie en -productie niet dringend versnelt, zal de wereld die doelstelling nooit halen. Zo blijkt uit de laatste analyse van ONE.

Ongelijke verdeling is gevaarlijk

De afgelopen negen maanden heeft de wereld zich ingezet om de productie van goedgekeurde en levensreddende vaccins uit te breiden. Doelstelling: de verspreiding en impact van het virus vertragen. Alleen ging 77% van die vaccins naar mensen in rijke landen. Terwijl minder dan 1% bij mensen in lage-inkomenslanden terecht kwam. Dat is zelfs niet genoeg om eerstelijns gezondheidswerkers of de meest kwetsbaren voor het virus te beschermen.

Deze ontzettend ongelijke verdeling is zowel immoreel als onlogisch. Hoe langer we het virus ongecontroleerd op de planeet laten circuleren, hoe groter het risico op varianten – die besmettelijker, dodelijker en beter bestand tegen het vaccin zijn.

Nieuwe doelstelling, nieuwe kans

De Verenigde Staten hebben andere regeringen gevraagd om een nieuwe doelstelling op te stellen en waar te maken. Namelijk om tegen september 2022 ten minste 70% van de bevolking in alle inkomenscategorieën van alle landen te vaccineren. Dit is de eerste keer dat wereldleiders een collectief, tijdgebonden doel onderschrijven om de pandemie onder controle te houden. En meer dan dat, want het is ook een streven naar gelijkheid. Met een doel dat niet zal worden gehaald tenzij ook 70% van de bevolking van de armste landen volledig is ingeënt.

Dit zou een einde maken aan de dreiging van COVID-19 en de wereld op weg zetten naar een duurzaam herstel. Maar om dat te bereiken, moeten overheden hun manier om COVID-19 te bestrijden, grondig bijsturen.

Op de huidige manier komen we er niet

Sinds de aankondiging van de doelstelling in september 2021, hebben de rijkste landen samen bijna 60% van hun bevolking volledig gevaccineerd. Lage- en middeninkomenslanden lopen ver achter qua vaccinatiegraad. Zonder een toegewijde inspanning om de vaccinatiekloof in de armste landen te dichten, zullen ze achterblijven. En zal de wereld zijn doelstelling niet halen.

Wat kunnen we doen?

Willen we de doelstelling bereiken om eind september 2022 70% van de bevolking in elke inkomenscategorie te vaccineren? Dan zijn er ongeveer 1,6 miljard doses extra nodig. Deze extra vaccins zijn voornamelijk bestemd voor lage- en lagere middeninkomenslanden. Landen met een laag inkomen hebben 775 miljoen extra doses nodig, die met een lager middeninkomen 783 miljoen.

Landen met een hoog inkomen en hoger middeninkomen zullen de dekking van 70% waarschijnlijk overtreffen. Dat dankzij hun huidige vaccinatiegraad en een relatief stabiele toeleveringsketen. Omgekeerd hebben bijna alle landen in Afrika ten zuiden van de Sahara samen zo’n 1,3 miljard extra doses nodig om de doelstelling te halen. Dit gebied is de thuisbasis van alle landen (op drie na) met een laag inkomen, en het is momenteel de minst gevaccineerde regio ter wereld.

Welke hindernissen moeten we overwinnen?

De belangrijkste hindernissen zijn: aanbod en opschaalsnelheid.

  1. In de meeste lage- en middeninkomenslanden blijft de belangrijkste hindernis het aanbod. Veel landen in deze inkomenscategorieën hebben nog altijd niet genoeg vaccins om aan de vraag te voldoen.
  2. In heel wat landen met een hoog en middeninkomen, is het aanbod relatief stabiel en verloopt de opschaling van vaccinaties vlotter. Alleen aarzeling en levering vertragen er de voortgang.

De toegang tot vaccins moet worden opgeschaald op die plaatsen waar de vraag naar COVID-19-vaccinatie nog altijd groot is. Zo behalen we het snelst de doelstelling van 70% in de lagere-inkomensgroepen. Het hamsteren van vaccins in landen met een hoger inkomen is inefficiënt en ineffectief. Net als inspanningen om twijfelende mensen te bereiken en voorbereidingen op eventuele boosterdoses. Landen met een hoog inkomen en hogere middeninkomens hebben tot nu toe meer dan 70% van de doses gekocht. Tegelijkertijd moet strategisch en gericht straathoekwerk op middellange termijn mensen blijven bereiken die wereldwijd nog twijfelen. Dat is de grootste hindernis in de laatste fase om de doelstelling van 70% te bereiken.

Aanbevelingen

De vaccinatie van 70% van de bevolking in alle inkomensgroepen vereist een aanpassing van de huidige aanpak. Het hamsteren van vaccins in rijke landen moet verschuiven naar opschaling van vaccinaties in landen en regio’s met een lage dekking. De G7-landen moeten de volgende stappen ondernemen om deze wereldwijde doelstelling te behalen:

  1. Deel vaccins sneller: ONE schat dat G7-landen op het einde van 2021 bijna 600 miljoen ongebruikte vaccins zullen hebben. Dat is voldoende om 50% van de bevolking in lage-inkomenslanden volledig te vaccineren. De G7-landen moeten deze vaccins zo snel mogelijk delen om overschot te vermijden. Zo kunnen landen met een laag inkomen hun gezondheidswerkers en de meest kwetsbaren in hun samenleving sneller beschermen.
  2. Stoppen met het monopoliseren van het aanbod: rijke landen en grote farmaceutische bedrijven moeten stoppen met de actief beperking van de toegang tot de vaccinmarkt. Zodat landen en internationale instanties zoals de AU (African Union) hun eigen vaccins eerlijk kunnen kopen. G7-landen moeten ervoor zorgen dat vaccinfabrikanten onmiddellijk prioriteit kunnen geven aan het nakomen van hun contracten met COVAX (COVID-19 Vaccines Global Access). De fabrikanten moeten ook regelmatige en duidelijke leveringsprognoses verstrekken, zodat alle landen hun vaccinatiecampagne beter kunnen plannen. G7-landen die grote hoeveelheden vaccins hebben besteld, moeten de vaccins die op korte termijn geleverd worden, verhandelen met COVAX. Zo kunnen ze sneller meer levens redden.
  3. Vergroot de transparantie: G7-landen moeten de vertrouwelijkheidsclausules in hun contracten vrijgeven, zodat we meer inzicht krijgen in wat er wordt geleverd. De farmaceutische bedrijven moeten vervolgens gegevens in real time verstrekken: de hoeveelheid vaccins die ze zullen produceren, waar de vaccins naartoe gaan, hun productiecapaciteit en de potentiële vereisten voor de koude keten. Dat zal landen helpen om beter en sneller vaccins in armen te krijgen.
  4. Volledige financiering van wereldwijde toegang tot vaccins, hulpmiddelen en behandelingen: de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) heeft voor 2021 een financieringstekort van 16,6 miljard dollar. G7-landen moeten dit financieringstekort in 2021 opvullen. Zo zijn alle landen in staat om COVID-19 het hoofd te bieden. Ook moeten de G7-landen beloven om hun eerlijke deel van de financieringsbehoefte van 2022 te betalen, voor de uitrol van opgeschaalde vaccinaties.