1. Home
  2. Mediacentrum
  3. Bezuinigingen ontwikkelingshulp gaan ten koste van Nederlandse economie

Bezuinigingen ontwikkelingshulp gaan ten koste van Nederlandse economie

Amsterdam, 1 juli 2014 – Wanneer de Nederlandse regering blijft bezuinigen op ontwikkelingshulp zal het Bruto Binnenlands Product (BBP) tot 2017 met 250 miljoen euro dalen in vergelijking met het besteden van 0,7 procent van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) aan ontwikkelingshulp. Als het kabinet echter terugkeert naar de 0,7 procent norm resulteert dit tegen 2017 in een stijging van het BBP met 0,94 miljard euro – gemiddeld 190 miljoen euro per jaar. Dit is de belangrijkste conclusie uit een rapport dat is verricht in opdracht van ONE – een ngo die zich wereldwijd inzet voor armoedebestrijding – en waarin uiteen wordt gezet welke effecten ontwikkelingshulp heeft op de economie.

Na een lange periode waarin de Nederlandse ontwikkelingshulp traditioneel ruim 0,7 procent van het BNI bedroeg, is door de ingrijpende bezuinigingen – oplopend tot 3,25 miljard euro – van het kabinet-Rutte sinds 2013 een daling ingezet naar 0,55 procent van het BNI in 2017. Dit is het laagste niveau in meer dan vier decennia. ONE concludeert dat dit niet alleen negatieve effecten heeft voor ontwikkelingslanden, maar ook ten koste gaat van de Nederlandse economie.

Hulp betaalt zichzelf terug

Volgens ONE pakt het opnieuw verhogen van de Nederlandse hulpgelden tot 0,7 procent van het BNI positief uit voor de economie in Nederland en de hulpontvangende landen. Tot 2017 zou dit Nederland een jaarlijkse stimulans van 0,03 procent van het BBP kunnen opleveren, en op lange termijn nog meer. De investeringen en de export zouden met achtereenvolgens 0,25 en 0,4 procent kunnen groeien en de import met gemiddeld 0,11 procent. “In tegenstelling tot de mythe dat ontwikkelingshulp weggegooid geld is, zijn juist veel belangrijke resultaten geboekt in de armste landen. Bovendien betaalt ontwikkelingshulp zichzelf terug en kan het zelfs een rendement leveren van 4 procent. Dit komt doordat hulp ook leidt tot lagere handelskosten, goedkopere import en een stijging van de export. Nederland moet dan wel breken met het huidige beleid en de hulpgelden verhogen tot het internationaal afgesproken niveau van 0,7 procent van het BNI”, zegt Tamira Gunzburg van ONE. “Als de regering hierop blijft bezuinigen, gaat dit niet alleen ten koste van de de allerarmsten ter wereld, maar ook van de Nederlandse economie. Daarom moet Nederland haar rol als gidsland opnieuw op zich nemen. In deze positie kan zij een cruciale bijdrage leveren aan de wereldwijde strijd om een einde te maken aan extreme armoede.”

Ontwikkelingslanden zijn ook handelspartners

Uit het rapport blijkt dat 0,7 procent Nederlandse ontwikkelingshulp het BBP van Sub-Sahara Afrika naar schatting met één procent kan doen stijgen. Hierdoor is meer geld beschikbaar om Nederlandse producten te importeren en meer goederen te produceren voor export naar Nederland. Op het gebied van internationale handel is Nederland steeds meer afhankelijk van ontwikkelingslanden: zowel de export naar als import uit de landen die de meeste Nederlandse hulp ontvangen, stegen de laatste jaren sneller dan de gemiddelde import en export met andere handelspartners. Daarom hebben investeringen in ontwikkelingshulp een positieve invloed op de Nederlandse economie.

Meer inzetten op Afrika

Uit het rapport blijkt dat er een momentum is om opnieuw in te zetten op het verhogen van ontwikkelingshulp, vooral in regio’s waar dit een grote impact heeft, zoals Sub-Sahara Afrika. ONE lanceert vandaag haar jaarlijkse DATA Report dat de trends in Nederlandse ontwikkelingshulp uiteenzet. Hoewel Nederlandse hulp naar Afrika in 2013 met 9 procent steeg, ligt het totale cijfer lager dan in 2004, toen de regering beloofde zeker de helft van de bijkomende hulpgelden aan Afrika te besteden. Om tegen 2015 haar streefcijfers te behalen, moet Nederland terugkeren naar het beleid om 0,7 procent van het BNI aan ontwikkelingshulp uit te geven en meer inzetten op Sub- Sahara Afrika, waar zich twee derde van de Nederlandse partnerlanden bevinden.

EINDE PERSBERICHT

Noot aan de redactie – niet voor publicatie:

Over ONE

ONE is een ontwikkelingsorganisatie met bijna zes miljoen leden wereldwijd. Onze leden voeren campagne met als doel het uitroeien van extreme armoede en afwendbare ziektes, voornamelijk in Afrika. We oefenen druk uit op politieke leiders om te streven naar doelgerichte ontwikkelingssamenwerking die de allerarmsten uit de armoede haalt, met aandacht voor economische groei. Voor meer informatie kijk op ONE.org/nl.

Het onderzoek is verricht door het Overseas Development Institute en het National Institute of Economic and Social Research in opdracht van ONE.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: NewsLab
Erik Lückers
[email protected]
06 52 65 66 34