
Nurse Eugenia Beatson talks to Ramatu Zango and her baby Sekinata at a breastfeeding clinic in Ghana
Hoewel Nederland altijd al een voorvechter van internationale ontwikkelingssamenwerking is geweest, en consequent de internationale doelstelling heeft behaald of overtroffen om 0,7 % van het bruto nationaal inkomen (BNI) tussen 1975 en 2012 aan ontwikkelingssamenwerking te spenderen, heeft de Nederlandse regering besloten om de steun in de periode 2013-17 met € 3,25 miljard te verminderen. De Nederlandse ODA ten opzichte van het BNI zal naar verwachting slechts 0,55 % dalen in 2017 – het laagste percentage in meer dan vier decennia.
Vandaag publiceerde ONE twee nieuwe rapporten die zich richten op de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking: het donorprofiel van Nederland in het DATA-rapport (deze publicatie die ontwikkelingssamenwerking monitort, is het vlaggenschip van ONE), evenals een verslag over de effecten van ontwikkelingssamenwerking op Nederland.
Het DATA-rapport constateert dat Nederland zijn algemene begrotingssteun met € 270 miljoen en de steun aan Afrika met € 774 miljoen moet verhogen om het voormalige doel van 0,7 % ODA / BNI en de doelstelling om de helft van alle verhogingen van de ODA te verstrekken aan Afrika, te kunnen behalen tegen 2015. In 2013 bracht een bezuiniging van 5,2 % de Nederlandse steun echter terug tot € 4 miljard, of 0,66 % van het BNI. In de begroting van 2014 is de ontwikkelingssamenwerking teruggebracht tot € 3,8 miljard, of 0,59 % van het BNI. Bovendien heeft Nederland de steun aan Afrika in 2013 verminderd ten opzichte van 2004. Nederland heeft de Afrika 2015-doelstelling bij lange na niet behaald.
Dit is geen goed nieuws, noch voor de ontwikkelingssamenwerking noch voor Nederland! Bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking kosten niet alleen levens in arme landen, maar zijn ook zelfvernietigend voor de Nederlandse economie. Het andere rapport dat ONE vandaag publiceerde, samen met het Overseas Development Institute (ODI) en het Nationaal Instituut voor Economisch en Sociaal Onderzoek (NIESR), toont aan hoe Nederlandse steun niet alleen een positief effect heeft op miljoenen arme mensen in ontwikkelingslanden, het kan ook de Nederlandse economie stimuleren.
Nederland onderhoudt zeer sterke handelsrelaties met de landen die de meeste financiële steun ontvangen. De import uit zeven van de top-tien landen die Nederlandse financiële steun ontvingen in de periode 2001-12, groeide sneller dan de import uit de hele wereld. De export naar negen van de top-tien landen die Nederlandse financiële steun ontvingen in 2001-12, groeide sneller dan de export naar de hele wereld.
Mede dankzij de 0,7 % van het BNI aan ontwikkelingssamenwerking door Nederland, kunnen de economieën van de ontvangende landen aanzienlijk groeien. Nederlandse steun kan het BBP van Sub-Sahara Afrika verhogen met maximaal 1 %. Bovendien zou de terugkeer naar het oorspronkelijke 0,7 % ODA / BNI leiden tot een toename van het Nederlandse BBP van 0,03 % per jaar in 2013-17, of een totaal van € 0,94 miljard. Dat betekent dat de Nederlandse steun een geschat rendement heeft van 4 %. De export zou toenemen met € 11,9 miljard tussen 2013-17. Als de huidige plannen voor de financiering van hulpverlening worden gehandhaafd, zou Nederland een verlies lijden van € 250 miljoen in het BBP, tegen 0,7 %, of € 330 miljoen aan investeringen.
De Nederlandse regering moet onmiddellijk de trend van het verlagen van de begrotingssteun stoppen, en weer teruggaan naar de eerdere Nederlandse belofte om 0,7 % / BNI tegen 2015 in te zetten.