Op 29 mei was er een de debat in de Balie over het nieuwe Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Onze Jeugdambassadeurs waren erbij en vertellen in deze blog wat hen opviel.
De Jeugdambassadeurs zitten klaar voor het begin van het debat
Staat in het nieuwe ontwikkelingsbeleid eigenbelang of altruïsme centraal? Dit was de vraag die centraal stond voor het debat in de Balie over dit beleid. Verschillende sprekers kwamen hierover praten, waaronder Reina Buijs (waarnemend directeur generaal internationale samenwerking voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken), Amadou Kanouté (directeur CICODEV), Farah Karimi (algemeen directeur Oxfam Novib) en Bart Romijn (directeur Partos).
Amadou Kanouté trapte de avond af met de vraag of hulp en handel überhaupt samen gaan. Hij stelde dat de afweging tussen hulp of handel gemaakt lijkt te zijn in het voordeel van handel en daarbij Nederland centraal stelt. Hulpbehoevende landen zien bijvoorbeeld liever investering in menselijk kapitaal om zo de productiviteit van mensen te verhogen, in plaats van het bevorderen van de productiviteit van Europese bedrijven.
De (voor ons logische) vraag die voortvloeit uit de focus op handel is hoe ervoor gezorgd kan worden dat de belangen van de publieke sector ook behartigd worden. De marktwerking van de private sector kan namelijk leiden tot exclusiviteit. “Private bedrijven kunnen niet voor alles ingezet worden, maar kunnen zich wel herkennen in de Sustainable Development Goals (SDG’s)”, volgens Reina Buijs. Hoewel er onderwerpen zijn zoals terrorismebestrijding waarbij overheden het voortouw moeten nemen, zijn er ook onderwerpen waar bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen, zoals klimaatverandering. Desalniettemin, hopen wij, net zoals Amadou, dat de private sector goed gereguleerd zal worden zodat we zeker weten dat niemand uitgesloten wordt.
Reina Buijs en de debatleider in gesprek
De tegenstelling tussen handel en hulp waren het thema van de debatten van de avond. Verschillende experts kwamen met argumenten over de rol van handel en bedrijven in ontwikkelingshulp. Zo stelde Farah Karim dat kapitalisme het probleem was voor ongelijkheid in de wereld, en dat een kapitalistisch model waarbij handel centraal staat nooit de oplossing kan zijn om ongelijkheid te bestrijden. Volgens Mahir Alkaya (SP kamerlid) moet het Chinese model toegepast worden bij ontwikkelingssamenwerking, een model dat verder geen nadere uitleg kreeg. Marhijn Visser (secretaris VNONCW) had een meer pragmatische blik op de relatie tussen hulp en handel en zei dat de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven nou eenmaal nodig waren om banen te creëren. Samenwerking tussen publieke en private sector is essentieel volgens Visser, geen één sector kan het alleen. Farah Karim was het hier principieel mee oneens; belastinggeld voor ontwikkelingshulp zou volgens haar niet gebruikt moeten worden om in bedrijven te investeren.
Hoewel er dus felle discussie en kritisch commentaar was, waren er ook positieve geluiden – zo had iedereen vertrouwen in de minister. Daarnaast prees Mirjam van Reisen, Hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, specifiek de integrale aanpak van het beleid. Dat er zoveel verschillende problemen en facetten bij elkaar werden gepakt was volgens haar een goed voorbeeld van het Nederlandse poldermodel. Deze aanpak nodigt uit om verschillende partijen bij elkaar te laten komen, iets wat nodig is, volgens Van Reisen.
De slotwoorden van de avond waren voor Amadou Kanouté. Hij was zeer te spreken over evenementen zoals deze, omdat ze het democratische gehalte en maatschappelijk draagvlak van het beleid enorm vergroten en het is heel belangrijk en leerzaam om met elkaar in discussie te gaan en te blijven, en hier zijn wij het helemaal mee eens!
